Nestdrang

De dagen zijn kort, het weer is nat en guur, thuis ruikt het naar kerstboom en kaarsjes en daar wil ik nu het liefst zijn. Ken je dat gevoel? Ik nu ook weer, eindelijk. Nestdrang.

De kerstvakantie was voor vijf jaar lang een periode waar ik als een berg tegenop zag. Want in die van 2010 deed ik het allermoeilijkste wat ik ooit deed: ik stapte het huis uit dat zoveel jaren mijn thuis was en maakte zo een einde aan een ogenschijnlijk gelukkig gezinsleven.

Met een doos of 4, met vooral boeken en mijn kleren, begon ik, begin veertig, helemaal opnieuw, van nul, in een klein appartementje. Alles moest ik opnieuw kopen: bedden, zetels, tafels, stoelen, kookgerei, you name it. Na veel gesleur en gevijs, bloed, zweet en tranen kon ik er een week later voor het eerst mijn verwarde en verdrietige kinderen opvangen.

De kerstvakantie verloor daarmee al haar romantiek. Ze werd voor mij een tijd van intens verdriet, gemis (van gedeelde kinderen), gezinsgeluk waar ik geen deel meer van uitmaakte, en een diep zeer dat moeilijk te beschrijven valt, een soort van emotionele fantoompijn. Zeer aan iets wat er niet meer is. Hoeveel pijn dat doet, dat weten alleen mensen die het zelf hebben meegemaakt.

Een collega die er van kon meepraten, zei me: het duurt vijf jaar eer je er echt over bent. Dat leek me toen een eeuwigheid. Ze had wel gelijk. Na vijf jaar voel ik eindelijk weer zin in die kerstvakantie.

Ik neem me vast voor een dag of veertien over te schakelen op het leven van een poes. Een beetje luieren in de warmte en gezelligheid van thuis, veel slapen, afgewisseld met ruim voldoende rusten, aangevuld met wat dutjes, af en toe wat lekkers eten, niet veel uitrichten, voldaan spinnen en doen alsof ik al die voorbij zoevende muizen niet zie.

spinnendekatten2
foto: forum.belgiumdigital.com

 

 

 

 

4 reacties

Plaats een reactie